13. BERNARDUS’ FAAM. HIJ DOORGRONDT DE HARTEN

DERTIENDE HOOFDSTUK
BERNARDUS’ FAAM. HIJ DOORGRONDT DE HARTEN
61. Reeds schitterde Bernardus, geliefd bij God en bij de mensen, in zijn befaamd dal en in de nabije stadjes en in heel de streek, die hij af en toe wegens zaken van huiselijke aard moest bezoeken, zozeer door deugden en wonderen, dat hij nu ook voor de noden van de gehele Kerk, om de liefde van zijn medebroeders of uit gehoorzaamheid jegens zijn overheid naar verder afgelegen streken gevoerd werd om daar een hopeloze vrede tussen bisschoppen en aardse groten die met elkaar in twist waren te herstellen, en in liefde en vrede met Gods hulp rechtsgedingen, naar menselijk gevoelen en inzicht eindeloos, te beslechten. Meer door de kracht van het geloof dan door de geest van deze wereld maakte hij veel van zulke onmogelijke zaken mogelijk. Hij verplaatste, bij wijze van spreken, bergen. En steeds meer en meer zagen aller ogen in hem een wonderbaar en eerbiedwaardig man.
Bovenal echter lichtte de kracht van zijn woord op, en wel zo dat het zelfs versteende harten tot bekering bewoog en hij bijna nooit zonder vangst naar huis keerde. Later kregen zijn veelvuldige prediking en het voorbeeld van zijn leven een nog zegenrijkere betekenis. Want het net van Gods woord begon in de hand van Gods visser een zo grote hoeveelheid redelijke vissen te bevatten dat het scheepje, namelijk het klooster, wel bij elke vangst naar het scheen gevuld kon worden.

Vruchtbaarheid van Klarendal
Zo geschiedde het in korte tijd, als het grootste wonder van alle die hij in zijn leven verrichtte, dat door één man die ziekelijk en half dood was en, niets anders kon als preken, dit tot dan toe sombere dal in feite zowel als naar zijn naam een “Klaar-dal” werd, als het ware een licht van·een goddelijke klaarheid, dat zich om zo te zeggen van het toppunt van de deugden verspreidde tot in de krochten der aarde. En sindsdien begon bij dat dal dat eertijds Alsemdal of bitter dal heette, de zoetheid van de bergen af te druppelen.W at ijdel en onvruchtbaar was in alle goed begon over te vloeien van geestelijke tarwe en heel deze wildernis zwol zozeer door de dauw des hemels en Gods zegen, en de vreugde nam bij het aangroeien van het volk zo toe, dat wel in vervulling scheen te gaan wat de profeet eens zei van de Stad Jerusalem: “De zonen die ge na uw onvruchtbaarheid zult krijgen zullen u in de oren roepen: deze ruimte is veel te klein voor ons; maak plaats opdat we kunnen wonen. Dan zult ge in uw hart zeggen: Wie bracht dezen voor mij ter wereld? Ik was toch onvruchtbaar, ik ging niet zwanger? Wie heeft ze dan grootgebracht? (Jes. 49, 20-21)
62. Reeds waren·de kloostergebouwen vanuit het nogal smalle dal, en wel op een goddelijke openbaring, naar een vlakker en ruimer terrein verplaatst, vergroot en uitgebreid, en nog was er te weinig plaats voor dat aantal bewoners. Reeds hebben de huizen van deze onderhouding, dochters van dit huis dus, aan deze en gene zijde van de Alpen en over de zeeën menige wildernis gevuld, en nog zijn er, en iedere dag komen er nog bij, voor wie naar plaats moet gezocht worden. Overal vraagt men om de broeders en ze worden overal heengezonden, want de vorsten der volkeren en de bisschoppen van de diocesen, steden en landen achten zich gelukkig met iedere groep die zij uit dat huis en de leerschool van de man Gods mogen ontvangen. Nog sterker.·Over de grenzen van de beschaafde maatschappij, tot aan de barbarenstammen, wier wilde natuur hun als het ware alle menselijkheid heeft ontnomen, is deze Orde voortgeschreden. En daar worden door zijn invloed de dieren van het woud mensen, worden zij gewoon met mensn te verkeren en leren zij de Heer een nieuw lied te zingen.
Daarom laat de visser Gods niet af op bevel van de Heer zijn netten ter vangst uit te werpen; en al gaan er wel weg, anderen treden in hun plaats en zo vermindert het ledental van dit heilig genootschap nooit. Zo ging·het en gaat het tot nu toe nog met zijn wonderbare vangsten te Châlons, Reims, Parijs, Mainz, Luik en vele andere steden, ook in Vlaanderen en Duitsland, Italië, Aquitanië en andere landen wanneer het gebeurt dat de man Gods ze om een of andere gewichtige zaak bezoekt; en zo gebeurt het nog altijd. Door de medewerking toch van de genade van de H.Geest keert hij altijd beladen terug waar hij ook naar toe gaat, en dat succes vergezelt hem overal.

Bernardus altijd bij zijn broeders
63. Hen die hij naar andere streken zendt laat hij niet in de steek. Waar ze ook zijn, altijd is hij met zijn vaderlijke bezorgdheid bij hen; en zoals de stromen terugkeren naar hun plaats van uitgang, zo bereiken hem dagelijks alle blijde en droevige berichten van zijn zonen. Soms zelfs komt hij zonder mededeling door vlees of bloed, maar op goddelijke ingeving in zijn vaderlijke bezorgdheid te weten wat enigen op grote afstand van hem scheelt, of ze zich tegen het een of ander in acht moeten nemen, of er iets in hen verbeterd moet worden, hun bekoringen en hun overtredingen, hun ziekten of hun sterven en de aanvallen van alle soort wereldse moeilijkheden. Ook laat hij dikwijls de broeders die om hem heen zijn voor bepaalde noodwendigheden van afwezige broeders bidden .Zelfs weten we van stervenden dat zij af en toe in een visioen van andere plaatsen naar hem toe kwamen om zijn zegen en zijn toestemming te vragen, zo groot was de gehoorzaamheid van hen die uitgestuurd waren en de liefde van hem die uitstuurde.

Bernardus leest in de harten
Eens was ik bij hem gekomen en tijdens ons gesprek zag en hoorde ik iets waarover ik niet mag zwijgen. Er was daar een monnik van Foigny die klaar stond om naar zijn broeders terug te keren. Toen hij met het antwoord aangaande de zaken waarvoor hij gekomen was van hem wegging, riep de profeet Gods hem in de geest en de kracht van Elias terug; hij noemde hem een broeder van dat huis en gebood hem in mijn tegenwoordigheid bepaalde geheime zonden van die broeder te verbeteren, anders moest hij binnenkort Gods oordeel over zich verwachten. De ander stond verbluft en vroeg wie hem dit gezegd had. Hij antwoordde: “Wie het me ook gezegd heeft, ga gij nu maar en zeg wat ik u zeg; want als ge weigert zal u dezelfde straf voor de zonde treffen”. Ik stond er verbaasd van, maar terwijl ik me er nog over verbaasde vertelde men me van hem nog veel verbazingwekkender dingen in precies een zelfde geval.